Video
Verhaal over Piet van der Lee
Toen Jan en Mark van der Lee uit Vinkel in 2019 namens de plaatselijke Heemkunde Vinckel gevraagd werden een presentatie te verzorgen over hun geboorte- en woonplaats in oorlogstijd besloten zij het verhaal van ome Piet in kaart te brengen. Beide mannen hebben een bovengemiddelde interesse in alles wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde. En zij niet alleen. Dat heeft de hele familie. “Dat komt omdat onze ouders alles heel bewust mee maakten en een broer van ons pap, ome Piet, als verzetsman om het leven kwam. Het verhaal wil dat hij na een actie op de vlucht voor de Duitsers verdronk in De Dommel”, steken Jan en Mark van wal. Deze versie over de laatste minuten uit het leven van ome Piet, riep bij de familie nogal wat vraagtekens op. Hoewel Piet niet kon zwemmen, is de Dommel geen diepe wildwaterbaan. Werd Piet onderkoeld en kreeg hij een hartstilstand? Was hij op de vlucht toch getroffen door een of meerdere kogels van de Duitsers?
De vraag hing altijd in de lucht maar omdat niemand het exact wist, was het gissen en werd er nooit diep op ingegaan of echt over nagedacht. Tot Jan en Mark, die ook lid zijn van heemkunde Vinckel, in 2019 gevraagd werden een presentatie te verzorgen over de Tweede Wereldoorlog. Daarop besloten zij zich te verdiepen in de handel en wandel van hun oom.
Lees het verhaal deel 1 en deel 2.
Deel 1: Ome Piet verdedigt het land!
Piet werd geboren op 15 december 1915 als oudste zoon en eerste van elf kinderen van Jan van der Lee en Drieka van Zoggel. Na het vervullen van zijn dienstplicht in de jaren ’30 sloot hij zich aan bij de Bijzonder Vrijwillige Landstorm (BVL). Deze organiseerden bijeenkomsten en schietwedstrijden om in actie te komen bij calamiteiten en zodoende het Nederlandse leger te steunen. Met het toenemen van de oorlogsdreiging werd Piet ingezet aan de Peel-Raamstelling. Nadat het Duitse leger op 10 mei 1940 Nederland binnenviel en de stelling doorbrak, moest het Nederlandse leger zich tot achter het kanaal de Zuid-Willemsvaart terugtrekken. “Piet werd vervolgens samen met plaatsgenoten en soldaten Ties Heijmans en Toon Hanegraaf uitgezet via Vlissingen, Breskens en België naar Duinkerken in Noord-Frankrijk. Wegens chaotische toestanden daar werden ze door de Franse commandant ter plaatse met circa 1500 Nederlandse militairen op het gevorderde vrachtschip S.S.Pavon naar La Rochelle gezet. De boot was bevolkt met vooral soldaten uit oost Noord-Brabant waaronder ook ome Piet en zijn dienstmakkers Ties en Toon”, aldus Jan en Mark.
Met vier kleine escorteschepen verlaat de S.S. Pavon in de avonduren van 20 mei 1940 de haven van Duinkerken. Het blijft dicht bij de kust varen. Door de heldere maan wordt het schip echter gezien door de Duitse Luftwaffe. Een ‘Junker’ neemt de boot onder schot. De derde granaat is een voltreffer. Deze slaat midscheeps in. Er zijn doden, gewonden, er breekt brand uit en de paniek, chaos en ontreddering zijn immens. Terwijl de escorteschepen te hulp schieten en soldaten van boord springen en met touwen langszij gaan, zet de kapitein het zwaar gehavende schip aan land ter hoogte van Gravelines, op het strand bij Les Hemmes d’Ove. Tegen het ochtendgloren worden de vele gewonden van boord gehaald.
Piet, Ties en Toon overleven de ramp. Zij worden enkele dagen later, op 24 mei door de Duitsers krijgsgevangen genomen en te voet naar Montreuil-sur-Mer gestuurd. Weer twee dagen later worden ze op bevel van Hitler vrijgelaten, omdat zij van het Arische ras zijn. Daarna beginnen ze met een groep Nederlandse militairen, via allerlei omzwervingen, van dorp naar dorp, aan een lange, zware thuisreis. Na veel ontberingen komen zij op 10 juni aan in ’s-Hertogenbosch.
Deel 2: Ome Piet in het verzet!
Weer ‘thuis’ dook Piet onder en ging in het verzet. “We denken via verzetsman en onderduiker Jan Verberne. Hij werd ook wel Jan van Nuland genoemd. Hij zat waarschijnlijk samen met Piet op de S.S. Pavon”, aldus Jan en Mark om schouderophalend te vervolgen: “Maar dat weten we niet zeker.” Wat wel achterhaald werd is dat Piet via de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.) in Nuland begon met het brengen van voedselbonnen naar onderduikers. Hij werd er op den duur districtshoofd. Omdat hij liever een actievere rol vervulde sloot hij zich uiteindelijk aan bij knokploeg Margriet. Die waren met name actief in en rondom s’-Hertogenbosch. Voor het bemachtigen van blanco persoonsbewijzen en bonkaarten voor onderduikers en neergestorte geallieerde piloten werden ook distributiekantoren in onder andere Rosmalen en Nuland overvallen. Ook werden telefoonverbindingen gesaboteerd. Zoals die tussen Den Bosch en Geffen op 31 augustus 1944. Er waren uren nodig om de 15 centimeter dikke kabel met breekijzers door te slaan.
Een maand later, op 8 september komt KP Margriet wederom in actie. Met zessen wordt op de fiets gestapt om in Cromvoirt of gedropte wapens en munitie op te halen of om ter plaatse een wapen/munitiedepot op te blazen of gijzelaars in gymnasium Beekvliet wilden bevrijden. De verhalen verschillen. Zeker is echter dat de groep ter hoogte van Landgoed Zegenwerp in Sint-Michielsgestel op een Duitse wachtpost stuitte. In het vuurgevecht dat vervolgens ontstond sloegen de leden op de vlucht. Een van hen liet zich (schijn)dood neervallen en overleefd. Een aantal komt uit bij het Instituut voor Doven waar via een sloot de Dommel bereikt wordt. “Om de overkant te bereiken moesten ze het water in. Piet kon niet zwemmen. Hij haalt de overkant niet maar sterft ter plekke. Zijn lichaam wordt de volgende dag uit het water gehaald en zijn geweer en persoonsbewijs verduisterd. In plaats daarvan wordt er een rozenkrans in zijn zak gestoken. Dat zorgde ervoor dat de kerk zich over zijn lichaam ontfermde. In het kerkregister waar alle doden in stonden opgetekend kreeg hij de naam Adauctus en kreeg een tijdelijke rustplaats in Sint-Michielsgestel. Na de bevrijding is hij herbegraven in zijn woonplaats”, weten de broers
Daarmee is dit verhaal zeker niet ten einde. Het wordt nóg spannender. Tijdens hun speurtocht vonden zij een heel bijzonder schrijven. “Wij hebben een grote familie. Met het verstrijken van de jaren zijn er een aantal gestorven. Toen wij in de familie op de Piet van der Lee tamtam sloegen kwamen er her en der allerlei documenten tevoorschijn uit oude schoenendozen. Zo ook een in juni 1945 door pastoor C. Lübbers van Sint-Michielsgestel geschreven doodsbrief. ”, aldus de mannen. Niet alleen verhaalt de pastoor over Piet en zijn fictieve naam. Ook refereert hij in zijn schrijven aan een ergens in de kerk achter een hardstenen gedenkplaat verstopte ingemetselde loden koker waarin Piet herdacht wordt.
Laatstgenoemde spreekt natuurlijk enorm tot de verbeelding. De broers krabben zich eens achter de oren. “Het is ons een raadsel waarom niemand hier ooit actie op heeft ondernomen”, zeggen ze om hardop te bedenken: “Mogelijk omdat het echt een andere tijd was waarop mensen hun leven weer moesten opbouwen.” De nieuwsgierigheid van de broers was echter meer dan geprikkeld. Zij ondernamen wél actie. “We hebben contact gelegd met de kerk en Heemkunde De Heerlijkheid Herlaar uit Gestel. Om te beginnen wist niemand waar we moesten zoeken tot iemand ons wees op de plaat met Latijnse teksten die refereerden aan de oorlog. De tekst van de gedenksteen staat óók genoemd in die doodsbrief. Verder is een van de datums erop de sterfdag van Piet van der Lee.”
Mogelijk was hiermee de verstopplek gevonden. Zeker was het natuurlijk niet. Uiteindelijk kwamen ze in contact met iemand die in het bezit is van een scanapparaat. “Aan de achterzijde van de kerk, dus buitenom, is in bijzijn van een klein select gezelschap de muur gescand. Het piepte dat het een lieve lust was. Uiteindelijk dacht die man het gevonden te hebben en werd die steen gemarkeerd met een kruis. In het bijzijn van ook Jan en Mark werd later door een gespecialiseerd bedrijf de steen verwijderd. Tot verrassing van de aanwezigen kwam de gezochte koker tevoorschijn. “Het was zo gemaakt dat het niet in de spouw kon vallen en de koker was puntgaaf.”
Hoewel het gezelschap opgetogen was over de vondst en je zou denken er dan maar meteen de ijzerzaag in te zetten, gebeurde dat niet. “Wij waren heel benieuwd maar we vonden het eigenlijk al helemaal goed dat we het ding überhaupt gevonden hadden. Verder hebben we ons gerealiseerd dat met het openen ervan, het mysterie opgelost zou zijn en dit avontuur voorbij”, meldden Jan en Mark.
Na vele decennia verstopt te zijn geweest in de kerk werd in augustus 2024, in het bijzijn van Jan en Mark en Jan Spit en Robert van Erp van Heemkundevereniging De Heerlijkheid Herlaar de koker voorzichtig geopend. Het bevatte onder andere twee door pastoor Lübbers geschreven documenten. De verwachtingen waren hooggespannen maar: “De documenten zijn een samenvatting van wat er ook op de gedenksteen in de kerk staat. Het refereert aan degene die net voor de bevrijding omgekomen zijn”, aldus Jan Spit, die de eer had de koker heel voorzichtig te openen. “Er zat ook een gulden biljet in en een aantal postzegels van dat moment. Waarschijnlijk is dat gedaan om het tijdsbeeld vast te leggen”, bedenken Jan en Mark hardop. Hoewel gehoopt werd op meer informatie te vinden over de dood van oom Piet, werd dat, tot teleurstelling van het gezelschap, niet gevonden. Terwijl hij de pagina’s nog eens bekijkt bedenkt Jan Spit hardop: “Het zou kunnen dat er in het dodenboek van de kerk nog pagina’s te vinden zijn met informatie die ingaan op wat er in deze documenten beschreven staat”, om te concluderen: “We moeten verder zoeken in het dodenboek.”
Het verhaal van oom Piet, de vondst van de brief, de zoektocht naar de verstopplek én het openen van de koker en meer is te zien in het filmpje.