Verhaal van Jos Korsten over de piloten in Den Dungen
Jos Korsten raakte betrokken bij wat zich afspeelde in september 1944
De Tweede wereldoorlog, Operatie Market Garden, Silent Wings en Den Dungen. Het is allemaal onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een spannend verhaal met ook een hoofdrol voor Dungense inwoners die met gevaar voor eigen leven en dat van hun naasten op meerdere plekken soldaten verborgen hielden voor de Duitsers. Jos Korsten houdt van geschiedenis en was van 1978 tot 2010 onderwijzer van groep acht op toenmalig basisschool ’t Kiemveld. In het kader van de 40-jarige bevrijding in 1984 raakte hij meer dan betrokken bij wat er zich in september 1944 afspeelde in Den Dungen. “De bevrijding werd herdacht met de uitgifte van het boek Pilotenstraat van Jacq van Eekelen en een tentoonstelling. Die bezocht ik met mijn leerlingen. Op enig moment was ik ze bijna allemaal kwijt en vond ik ze verzameld om iemand heen. Dat bleek Dan Griffiths te zijn. De gliderpiloot die op 18 september 1944 neerkwam in Den Dungen, verborgen werd gehouden voor de vijand en zodoende overleefde. Hij was voor het eerst na de oorlog terug in Den Dungen en stond zijn verhaal te vertellen. Ze luisterden er ademloos naar”, blikt Jos terug.
Jos en Dan maakten kennis met elkaar en hadden direct een enorme klik. Zodanig dat toen de piloot twee jaar later weer in Den Dungen was, hij door Jos uitgenodigd werd om zijn verhaal in de klas te komen vertellen. Over wat er die maandag 18 september 1944, de 2e dag van Operatie Market Garden, boven Den Dungen misging. Die dag werden gliderpiloten Dan en Skip en soldaten Fred, Gordon en John met een Dakota trekvliegtuig naar Nederland gesleept. Doel was een landingsgebied in de omgeving van Arnhem. Vanaf 7 vliegvelden in Engeland werden in drie dagen tijd honderden zweefvliegtuigen en oneindig veel parachutisten ingezet. De vliegtuigen voor dit gebied namen allemaal dezelfde route over de Noordzee, via Zeeland, richting Den Bosch. Het gebied onder Den Bosch, waaronder ook Den Dungen, was een afgesproken draaipunt. Van hieruit vlogen ze richting Arnhem en Nijmegen. “Niet alleen Dungense inwoners keken de eerste dag van Operatie Market Garden vol verbazing en verwondering hoe, uit het niets en laag overkomend, oneindig veel zweefvliegtuigen overkwamen. Dat deed ook een Duitse generaal die zijn hoofdkwartier in Huize Bergen in Vught had. Die kreeg door dat het niet bij één dag bleef en regelde direct dat er overal in de omgeving, zoals bij Halder en Sint-Michielsgestel, kanonnen werden geplaatst. Het wemelde ervan”, vertelt Jos.
De actie van deze generaal kostte Dan en anderen de kop. Doordat de sleepkabel geraakt werd raakte het zweefvliegtuig los. Het landde op een stukje grasland in Den Dungen en terwijl de kogels om hun oren vlogen, moest de bemanning vluchten. John bleef gewond achter. De overigen bedachten om naar Arnhem te lopen. Doordat er overal Duitsers waren kon dat niet. “Voor vertrek uit Engeland waren zij gewaarschuwd om als er iets zou gebeuren, geen hulp te vragen aan de plaatselijke bevolking omdat je niet wist of zij toch niet op hand van de Duitsers waren. Toen ze uitkwamen bij de hooimijt van de familie Sleutjes in de Hooidonksestraat besloten ze daarom om zich daar te verschuilen”, meldt Jos.
Een dag na deze gebeurtennis, op dinsdag 19 september kwam aan de andere kant van Den Dungen ook een zweefvliegtuig neer met 7 Amerikaanse soldaten. “Door slecht weer raakte de sleepkabel los. Zij kwamen terecht bij de Busselsteeg. Ook daar kwamen de Duitsers direct op af. Een heldenrol kan met recht toebedeeld worden aan de Amerikaanse soldaat Leo Tousignant. Hij zond zijn kameraden heen met de belofte de Duitsers zo lang mogelijk tegen te houden. Iets wat hij met zijn leven moest bekopen. “Het is niet 100% zeker, maar Leo is waarschijnlijk de enige geallieerde soldaat die in Den Dungen is gesneuveld”, bedenkt Jos hardop en vervolgt: “Zijn vrienden werden al snel gevonden door Dungenaren die hen onderbrachten in een tuinhuisje bij Villa Groot Grinsel.” Op dat moment zaten er, onwetend van elkaars bestaan, tien soldaten op twee verschillende locaties verborgen in het dorp. De Duitsers waren naarstig naar hen op zoek.
Na een paar dagen in de hooimijt besloot Dan te vertrekken om toch lopend Arnhem te bereiken. “Hij wist dat hij een kanaal moest oversteken. Dat probeerde hij in het donker bij de brug in Middelrode. Daar stuitte hij op een Duitser. Het kwam tot een gevecht. Dan raakte gewond maar wist te ontkomen. Bij daglicht vroeg én kreeg hij hulp bij de boerderij van de familie Cooijmans in de Hoek. Zijn militaire kleding werd daar verruild voor klompen en een overal waarmee hij van piloot transformeerde in boerenknecht”, vertelt Jos. Het ging slechts enkele dagen goed. Jos: “Toen verscheen er een eenheid Duitse soldaten op het erf met een luchtdoelkanon. In allerijl werd Dan verborgen op de hooizolder. Gedurende de dagen dat hij er verstopt zat, werd hem eten en drinken gebracht door de dochters van het gezin. Het viel echter ook de Duitsers op dat ze vaak de hooizolder opgingen. Bij navraag door een Duitse soldaat aan boer Cooijmans beweerde deze dat hij er tabaksbladeren droogde die vaak gedraaid moesten worden. De soldaat klom de ladder naar de zolder op, maar nadat hij de genoemde bladeren zag hangen, geloofde hij het verhaal.”
Even was het rustig. Dat duurde echter niet lang want via de dorpse tamtam kwam het bericht dat álle boerderijen in de omgeving door de Duitsers doorzocht gingen worden. In allerijl groef boer Cooijmans samen met zijn zoon achter de boerderij een gat waar Dan in moest. Er werden planken en zand overheen gelegd en een kar erboven gezet. De Duitsers kwamen, maar wederom kroop niet alleen Dan maar ook de familie Cooijmans door het oog van de naald. “Het werd te riskant om Dan verborgen te houden. Via plaatsgenoot Henk Schakenraad werd hij vervolgens verstopt op een hoogkar onder jute zakken en naar het tuinhuisje gebracht. Tot zijn verrassing zag hij daar zijn eerder achtergelaten collega soldaten terug én de zes Amerikanen. Vlakbij het tuinhuisje was ook een gierput die geschikt was gemaakt als schuilkelder. Daar moest iedereen met enige regelmaat in. Zéker nadat een Duitse commandant besloot Villa Groot Grinsel te betrekken. Tot geluk van het 10-tal dat opgesloten zat in de smerige gierput kwam de bevrijding intussen snel nabij. “Na vier dagen vertrokken de Duitsers. Op 25 oktober werd Den Dungen bevrijd. Later bleken veel inwoners op de hoogte te zijn geweest van de verborgen soldaten. Zij werden direct uit hun schuilplaats gehaald en meegenomen naar het bordes van het Dungense gemeentehuis waar ze werden toegejuicht door inwoners. “Ze zijn diezelfde dag nog afgevoerd richting Eindhoven”, zegt Jos, om lachend toe te voegen: “Dan zei altijd dat het zo snel ging omdat ze na hun dagenlange verblijf in die gierput allemaal een uur in de wind stonken.”
Het duurde tot 1984 voor Dan Griffiths zijn opwachting weer maakte in Den Dungen. Vanaf dat moment was hij er jaarlijks. De vriendschap van Jos en Dan leidde tot briefwisselingen tussen leerlingen van basisschool ’t Kiemveld en die in Portishead, Dan’s woonplaats. Daaruit kwam de Stichting Jumelage Den Dungen voort met wederzijdse bezoeken van leerlingen en ook grote groepen volwassenen. Omdat beide mannen het belangrijk vonden én vinden dat het verhaal vertelt blijft, werd op hun initiatief in 1994 bij de viering van de 50-jarige bevrijding, het monument Silent Wings onthuld op het plein voor Litserborg. Jos resoluut: “Er is altijd veel aandacht geweest voor de parachutisten. Silent Wings, de zweefvliegtuigen, is een vergeten verhaal. Eentje dat echter wel vertelt en doorgegeven moet worden. Dat doet het monument.” Dan Griffiths stierf in 1998. Zijn verhaal leeft voort.