Elke gemeente in Nederland is verplicht vluchtelingen te huisvesten. Sint-Michielsgestel heeft de taak om dit jaar 270 vluchtelingen (162 Oekraïners + 108 vluchtelingen van buiten de Europese Unie) én 36 vergunninghouders (aantal voor 1e helft 2023) te huisvesten. Een opgave die de gemeente, net als veel andere gemeenten in de regio, niet voor elke categorie vluchtelingen kan realiseren.
Binnen de regio Brabant-Noord is daarom gekeken hoe en waar deze mensen het best kunnen worden opvangen. Daarbij is rekening gehouden met de mogelijkheden en onmogelijkheden die elke gemeente heeft. Samen zorgen de gemeenten ervoor dat de regio voldoende opvangplekken levert. “Voor ons college is dit niet alleen een plicht, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid”, zegt burgemeester Han Looijen.
Afspraken in de regio
Sint-Michielsgestel heeft in de regio afgesproken om extra vluchtelingen van buiten de EU op te vangen. “In ruil voor het aanbod van Sint-Michielsgestel nemen andere gemeenten in de regio de huisvesting van onze 162 Oekraïners over”, legt burgemeester Looijen uit. “Onze gemeente heeft zelf geen vastgoed dat geschikt is om er de gevraagde aantallen Oekraïners en vluchtelingen van buiten de EU te huisvesten. In De Blauwe Scholk mag niet gewoond worden zolang er agrarische activiteiten in de directe omgeving zijn. Het oude gemeentehuis en de Beekvlietboerderij zijn veel te klein om zo veel mensen te huisvesten."
Ook heeft de gemeente relatief weinig (sociale) huurwoningen die ze in kan zetten voor het huisvesten van extra vergunninghouders. “We blijven wel vergunninghouders huisvesten, maar we hoeven niet meer vergunninghouders te huisvesten dan onze taakstelling. Dat was ook een belangrijke afweging voor het college, want wij vinden dat inwoners uit onze eigen gemeente die al jarenlang op een wachtlijst staan voor een dergelijke woning, daar voor in aanmerking moeten kunnen komen.”
Locatie nog niet duidelijk
De verantwoordelijkheid voor de opvanglocatie ligt bij het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers), dat zorgt voor onderdak, beveiliging en de benodigde faciliteiten. Waar de opvanglocatie gaat komen en hoe die er precies uit gaat zien is op dit moment nog niet duidelijk. De gemeente verwacht hier op zijn vroegst voor de zomervakantie meer over te kunnen melden. Burgemeester Looijen: “We begrijpen dat zo’n besluit impact heeft op de mensen die er dichtbij wonen. Daarom gaan we samen met het COA met hen in gesprek. Uiteraard kunnen ze hun persoonlijke situatie en gevoelens bespreekbaar maken, maar we willen ook met hen praten over hun wensen voor de inrichting van het terrein. Ook met andere belanghebbenden gaan we in gesprek.”