Algemene vragen over Zonneparken
Algemene informatie
Wie is de aanvrager van de projecten?
Binnen de tender kan dit zowel de ontwikkelaar als de grondeigenaar zijn. In het geval van deze twee projecten is het de ontwikkelaar, die de principeverzoeken heeft ingediend.
Liggen de locaties binnen de tender vast?
Tijdens de raadsvergadering van 26 oktober 2023 is ingestemd met de vier principeverzoeken en is bepaald dat de omgevingsdialogen van de eerste twee zonneparken worden geëvalueerd en de leereffecten daarvan worden meegenomen in de omgevingsdialogen voor de volgende twee zonneparken. De locaties van deze zonneparken liggen dus vast, maar in de omgevingsdialogen is nog ruimte om met de initiatiefnemers in overleg te treden over de inrichting en de proces- en financiële participatie.
Kan de beoordeling van de tender en de ingediende principeverzoeken beschikbaar gesteld worden?
In de vastgestelde visie zonne- en windenergie is de uitgifte van zonneparken in de vorm van een tender opgenomen. Een tender is een privaatrechtelijke procedure, waarvan de ingediende principeverzoeken voor zonneparken en de beoordeling daarvan niet openbaar gemaakt worden. Daarbij moeten de bepalingen van de Aanbestedingswet gevolgd worden. Door één van de omwonenden is al de vraag gesteld of deze documenten openbaar gemaakt kunnen worden. Dat kan door een Wet Open Overheid (Woo) verzoek te doen. Lees meer over de Woo-verzoek en dien een verzoek in.
Het is dus aan de ontwikkelaars of ze informatie willen delen uit de principeverzoeken, maar omdat een groot deel van die informatie onderdeel moet zijn van de ruimtelijke onderbouwing en die deel uitmaakt van de aanvraag omgevingsvergunning, wordt die informatie uiteindelijk openbaar.
Nut en noodzaak
Waarom een zonneladder als nu al panelen op land gelegd gaan worden?
De in de gemeentelijke visie Zonne- en windenergie opgenomen zonneladder (die ook in het provinciale en landelijke beleid is opgenomen) geeft voorrang aan zon op dak boven zon op land, maar dit houdt niet in dat eerst alle daken vol moeten liggen voordat we kunnen starten met de aanleg van zonneparken. In de Regionale Energiestrategie Noordoost Brabant (RES NOB) is de zonneladder ook opgenomen en daarbij is het potentieel aan grootschalig zon op dak ingeschat (zon op dak van woningen worden ‘achter de meter’ ingevoerd en tellen mee bij de energiebesparingsopgave).
Bij de RES NOB 1.0 is ingeschat dat in 2030 ongeveer 40% van alle zongerichte bedrijfsdaken in de gemeente van zonnepanelen voorzien zijn. Dat is nu nog lang niet het geval en het is de vraag of dit potentieel op bedrijfsdaken realistisch is. Dit gaan we dit jaar onderzoeken in een Uitvoeringsstrategie zon op daken en objecten.
Daarnaast verlangt Het Nationaal Programma RES van gemeenten dat ze uiterlijk per 1 januari 2025 de omgevingsvergunningen voor zonneparken verleend hebben, omdat de ervaring leert dat het nog enkele jaren duurt (bv door netcongestie) voordat het vergunde zonnepark tot realisatie is gekomen. Om die reden moeten we vaart maken met zowel zon op dak als zon op land.
Uit de Kamerbrief van 26 oktober 2023 over de aangescherpte voorkeursvolgorde zon blijkt dat zonneparken op landbouwgrond alleen toegestaan zijn als onderbouwd kan worden dat op de andere treden van de zonneladder onvoldoende ruimte is voor de opgave. Omdat op daken onvoldoende ruimte is voor de opgave, is de tender uitgezet. Dit is toegelicht in de Visie zonne- en windenergie van de gemeente Sint-Michielsgestel. Daarin is ook voorrang gegeven in de tender aan zonneparken die zijn gelegen op restgronden of op landbouwgronden, die voor verstedelijking afweegbaar zijn. Hiervoor zijn echter geen verzoeken ingediend. Daarom is ook landbouwgrond noodzakelijk voor de opgave. Lees meer informatie over de Visie zonne- en windenergie.
Wat als blijkt dat er meer bedrijfsdaken beschikbaar zijn en de vergunningen al verleend zijn?
Bij de RES NOB 1.0 is ingeschat dat in 2030 ongeveer 40% van alle zongerichte bedrijfsdaken in de gemeente van zonnepanelen voorzien zijn. Dat is nu nog lang niet het geval en het is de vraag of dit potentieel op bedrijfsdaken realistisch is. Dit gaan we dit jaar onderzoeken in een Uitvoeringsstrategie zon op daken en objecten.
Als de tender van 24,3 hectare zonneparken is gerealiseerd en 40% van alle zongerichte bedrijfsdaken zijn voorzien van zonnepanelen, dan wordt voldaan aan de RES opgave voor 2030 van de gemeente Sint-Michielsgestel.
Mocht meer grootschalig zon op dak gerealiseerd worden, dan lopen we daarmee vooruit op de RES opgave na 2030. Die opgave is nog niet bepaald, maar de Klimaatwet schrijft voor dat we in 2030 tenminste 55% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990 en dat we in 2050 energieneutraal zijn, dus geen CO2 meer uitstoten. Dit is ook in lijn met de ambitie van het college uit het Bestuursakkoord 2022-2026 om in 2040 klimaatneutraal te zijn (dus geen CO2 en overige broeikasgassen uit te stoten).
Was het wel zo’n wijs besluit om niet voor windenergie te gaan?
Het waait niet altijd en de zon schijnt niet altijd. Een combinatie is dus wenselijk. Maar de mogelijkheden voor windenergie zijn beperkt in de gemeente door de ruimtelijke belemmeringen en worden verder beperkt door luchtvaartbelemmeringen. Mede omdat windenergie in het landschap moeilijk is in te passen heeft de gemeenteraad in 2021 het college gevraagd om tot 2030 niet voor windenergie te gaan.
Binnen de regio kan die combinatie wel gemaakt worden. De geplande windenergie in de Duurzame Polder van de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss kunnen in het netwerk gecombineerd met de opwek van deze zonneparken.
Waarom de harde deadline van 1 januari 2025?
Omdat door de landelijke overheid binnen het Nationaal Programma RES (NPRES) is afgesproken dat de totale RES opwekopgave per 1 januari 2025 vergund is, zodat deze uiterlijk per 2030 is gerealiseerd. Binnen de regio Noordoost Brabant is overeengekomen dat we naar rato van het energiegebruik de opwekopgave realiseren (0,04 TWh). Bovendien wordt door de netbeheerders alleen capaciteit voor uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk gereserveerd als daarvoor vergunningen zijn verleend.
Natuur en landschap
Waarom zonneparken zo dicht bij natuur?
Op grond van provinciaal beleid zijn zonneparken niet in natuurbestemmingen (NatuurNetwerk Brabant) toegestaan. Op grond van dit beleid zijn zonneparken wel naast natuurbestemmingen toegestaan en bieden ze ruimte voor de verbetering van biodiversiteit. Daarnaast is gestreefd naar de inzet van landbouwkundig minder geschikte gronden en gronden in de groenblauwe mantel (overgangsgebied tussen natuur en landbouw) of gronden met een waterbergingsopgave voor zover die een bijdrage kunnen leveren aan landschap, ecologie of waterberging. Door deze criteria kunnen zonneparken dicht bij natuur gesitueerd worden.
Uit onderzoek van o.a. de WUR blijkt dat de biodiversiteit in zonneparken niet kan toenemen. Hoe kan de gemeente dan dit als criterium hanteren?
Uit het Wageningen Solar Research Programme blijkt dat winst voor biodiversiteit mogelijk is bij een goed ontwerp en beheer van zonneparken. Daarom hebben wij bij de beoordeling van de tender het criterium gehanteerd dat de biodiversiteit op en direct nabij de projectlocatie moet toenemen ten opzichte van de nulsituatie (landbouwgrond). De principeverzoeken van beide zonneparken scoorden ten opzichte van overige verzoeken goed op dit criterium. Sunvest en Lightsource BP kunnen toelichten hoe ze die biodiversiteit willen vergroten en hoe ze de gevolgen voor flora en fauna in de omgeving zo veel mogelijk willen beperken.
Voor de beoordeling van dat criterium zijn de parken ook getoetst aan de Gedragscode zon op land.
Een ecologisch vooronderzoek (quickscan) moet onderdeel zijn van de ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag omgevingsvergunning. Daaruit worden die gevolgen duidelijk. Daarmee kan gemonitord worden dat de biodiversiteit toeneemt. Doordat gedurende de levensduur van het zonnepark een bemesting achterwege blijft, krijgt meer flora kans en vergroot daarmee de biodiversiteit. Daarnaast wordt voor een hekwerk gezorgd dat toegang geeft aan fauna.
Technische mogelijkheden en netcapaciteit
De wethouder gaf aan dat de tender of Visie zonne- en windenergie van de gemeente voldoet aan de kamerbrief. Later zij hij redelijkerwijs voldoet en dat er nog wel naar gekeken werd door de Provincie. Is er antwoord van de Provincie?
De Provincie heeft gereageerd op de kamerbrief van 26 oktober 2023 van Minister de Jonge over de aangescherpte voorkeursvolgorde zon. Bestuurlijk is afgesproken dat alle provincies de zonneladder, meervoudig ruimtegebruik en een verbod voor zonneparken (met uitzonderingen) op landbouw- en natuurbestemmingen in de regels van hun omgevingsverordening (OV) opnemen.
De Provincie reageert dat de zonneladder al is opgenomen in hun beleid, dat zonneparken in natuurbestemmingen al waren uitgesloten en zonneparken op landbouwgronden alleen zijn toegestaan als aangetoond kan worden dat er onvoldoende ruimte is in de andere treden. Deze treden hoeven echter niet volgtijdelijk te worden uitgevoerd omdat evident is dat alle treden nodig zijn om de doelstelling te kunnen halen.
In de kamerbrief worden vier uitzonderingen genoemd waarbij zonneparken op landbouwgronden wel zijn toegestaan:
- agri-PV: de Provincie zet al in op meervoudig ruimtegebruik, maar hiervoor is een aanscherping van de OV nodig;
- transitiegronden: de Provincie vindt hiervoor ook een toelichting en aanscherping van de OV nodig;
- bijdrage aan vermindering van netcongestie: Daarover wordt door de provincie een positief standpunt van de netbeheerder gevraagd en op basis daarvan wordt de OV aangescherpt;
- bestaande projecten: voor projecten waarvan de participatietrajecten al in een vergevorderd stadium zijn, gelden de nieuwe regels (nog) niet.
De Provincie geeft aan dat in de loop van 2024 een aanpassing van de OV plaatsvindt, waarin deze uitzonderingen uitgewerkt worden. Daarnaast wordt voor bestaande projecten op basis van objectieve criteria beschreven overgangsrecht wordt opgenomen. Verder heeft de Provincie in hun bestuursakkoord aangegeven de afspraken uit de RES’en 1.0 te willen respecteren en blijft dat nadrukkelijk staan.
Daarmee gaan wij ervan uit dat de projecten uit de tender vallen onder het overgangsrecht. Bovendien is in alle projecten sprake van batterijopslag, wat een bijdrage kan leveren aan de vermindering van netcongestie. Daarom gaan wij er vanuit dat de tender voldoet aan de kamerbrief.
Verder gaf de wethouder aan dat het risico van geen netaansluiting ten tijde van vergunningverlening bij de initiatiefnemers ligt en niet bij de gemeente, hoe kan dat?
In de aankondiging van de tender is al onderkend dat er geen capaciteit voor de teruglevering van de opgewekte elektriciteit aan het netwerk is. Hierdoor treden de verleende vergunningen pas in werking op het moment dat ze elektriciteit gaan opwekken. Er wordt dus pas geïnvesteerd als afname van de opgewekte elektriciteit mogelijk is. Dat risico ligt bij de initiatiefnemers en het is aan hen om innovatieve manieren te vinden om afname van de opgewekte elektriciteit mogelijk te maken, zodat de parken zo snel mogelijk gerealiseerd kunnen worden. Lees meer over de aankondiging van de tender.
Worden vergunningaanvragen voor zonneparken die geen aansluiting krijgen niet in behandeling genomen?
Na vergunningverlening kan het door netcongestie nog lang duren voordat de zonneparken een aansluiting krijgen. Maar de netbeheerders hebben een aansluitplicht, waardoor op termijn verwacht kan worden dat alle zonneparken aangesloten kunnen worden. Vergunningen treden pas in werking op het moment dat ze gerealiseerd zijn en er elektriciteit wordt opgewekt. Ook zonder aansluiting kan op innovatieve manieren toch elektriciteit opgewekt worden (bijvoorbeeld door tijdelijke opslag in combinatie met directe lijnen of de koppeling aan andere zonneparken). Zo lang er nog geen elektriciteit opgewekt kan worden, wordt er niet geïnvesteerd en blijven de gronden in gebruik voor de landbouw.
Subsidie
Wat subsidieert de gemeente?
De gemeente subsidieert geen zonneparken, maar voor zonneparken kan men gebruik maken van subsidieregelingen van de landelijke overheid: de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) en Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).
Participatie, lokaal eigendom en planschade
Participatie heeft een grote rol gehad in de tendercriteria. Er wordt vanuit gegaan dat de maatschappelijke acceptatie groter is, als de mogelijkheden voor participatie groter zijn. Het uitgangspunt is dat iedere inwoner van de gemeente Sint-Michielsgestel mee kan doen. Hoe meer mensen meedoen hoe hoger de score op dit onderdeel. Ga naar alle criteria voor de tender. Daarnaast moet er een substantieel bedrag van de opbrengst ten goede komen aan de gemeenschap.
Bij de participatie maken we onderscheid in:
- Participatie vooraf.
De initiatiefnemers moeten aangeven hoe de dialoog met de omgeving eruitziet. En verder hoe ze draagvlak willen bereiken voor het initiatief. - Investeren in de omgeving.
De participatie van het project in de omgeving, bijvoorbeeld door ofwel materiele participatie in de omgeving ofwel investeringen in de omgeving. - Financiële participatie.
De initiatiefnemers moeten motiveren hoe de omgeving (bijvoorbeeld omwonenden, inwoners gemeente of regio) financieel participeert. Daarbij gaan we uit van minimaal 50% lokaal eigenaarschap uit het Klimaatakkoord, zodat er lokaal ook zeggenschap is over de energieproductie. De financiële participatie is ook mogelijk in de vorm van een jaarlijkse storting in een duurzaamheids- of omgevingsfonds. Dat kan bijvoorbeeld een bedrag zijn per opgewekte megawattuur. De financiële participatie door bestaande energie coöperaties wordt hoger gewaardeerd dan de participatie door nog op te richten energie coöperaties. Hoe meer bestaande en lokale leden, hoe hoger de waardering. Wel staat het energie coöperaties vrij om project coöperaties op te richten voor initiatieven om risico’s te beperken.
Heidebos
Specifieke vragen over zonneparken in Heidebos
Blijkt uit het principeverzoek voor zonnepark Heidebos dat het zonnepark is gekozen omdat er met de stroomaansluiting al rekening is gehouden met de komst van windmolens in het gebied?
Een koppeling met windenergie is belangrijk, maar in onze gemeente ligt dit niet voor de hand. De maatschappelijke kosten voor inpassing in het elektriciteitsnetwerk wegen maar voor 25% mee in de totaalscore die ranking van de zonneparken bepalen in de tender. Daardoor kan dit niet de enige reden zijn dat het zonnepark geselecteerd is. Daarnaast is een windpark nabij het zonnepark in de toekomst onwaarschijnlijk. In het raadsvoorstel voor de tender zonneparken staat ook dat de mogelijkheden voor windenergie in en nabij de gemeente beperkt zijn. Gezien de ruimte die defensie in de toekomst vraagt ligt het ook niet voor de hand dat ontheffingen voor windturbines hoger dan 160 meter worden verleend. Windturbines tot 160 meter tiphoogte worden ook niet meer gemaakt, omdat ze niet rendabel zijn. Verder zijn de geluidsnormen aangescherpt en moet minimaal 2 x de tiphoogte aangehouden worden wat het onwaarschijnlijk maakt dat clusters van 2 of meer windturbines in of nabij de gemeente ruimtelijk in te passen zijn, nog afgezien van de vraag of ze landschappelijk inpasbaar zijn. Er is dus niet gekozen voor de locatie vanwege de mogelijke toekomstige combinatie met windmolens in het gebied. Wel geldt in bredere zin, dat het middenspanningsstation Berlicum afhankelijk is van het hoogspanningsstation ’s-Hertogenbosch, dat in de toekomst weer onderdeel uitmaakt van de pocket Wijchen. Daarvoor is de windenergie in de Duurzame Polder tussen ’s-Hertogenbosch en Oss van groot belang om de elektrificatie en nieuwe ontwikkelingen (woningbouw, bedrijfsterreinen) in de regio en onze gemeente mogelijk te maken. Lees meer over de Duurzame Polder.
Poeldonk
Specifieke vragen over zonneparken in Poeldonk
Voor Poeldonk zijn momenteel nog geen specifieke vragen binnengekomen. Wanneer deze alsnog binnenkomen, dan zullen wij deze vermelden op deze plek.
Meer informatie?
Mail ons
Algemene vragen die voor onze inwoners van belang zijn zullen we hier beantwoorden op de gemeentelijke website. Als er nieuwe informatie is, dan stellen we de inwoners daarvan op de hoogte die hun e-mailadres opgegeven hebben. Je kunt je daarvoor aanmelden door een mail te sturen naar duurzaamheid@sint-michielsgestel.nl. Je kunt dit mailadres ook gebruiken voor als je nog andere vragen hebt over de tender en de opwekopgave.